
93% van de Egyptische bevolking belijdt de soennitische islam, de officiële staatsgodsdienst. De vrije uitoefening van christendom en jodendom wordt echter in de grondwet gegarandeerd.
Centraal in de islam staat het geloof in de ene God, die via openbaringen aan een reeks profeten zijn wil aan de mens kenbaar heeft gemaakt. Moslims geloven dat een koopman uit Mekka, Mohammed, Gods afsluitende openbaring ontving, en hij wordt daarom als het Zegel der Profeten beschouwd. Die afsluitende openbaring is vastgelegd in de Koran, die twintig jaar na de dood van Mohammed gereed was. Mohammed zelf wees geen opvolger aan en na zijn dood werd de jonge islamitische gemeenschap al snel verscheurd door opvolgingstwisten.